Rondom de voormalige Zuiderzee

door Ruud

Na 9 jaar ‘doen’ we opnieuw een rondje IJsselmeer: de Zuiderzeeroute. Bas en Daan zijn nu 11 en 7 jaar. Daan gaat op de aanhangfiets mee, hij past er nog net op. Het blijft een leuke fietsroute. Met onderweg oer-Hollandse plaatsen zoals Edam, Marken en Enkhuizen en natuurlijk veel water. Het was dan ook een prima fietsweekje!

Via Naarden Vesting naar het Waterland

25 april – van Hoogland naar Durgerdam (65 km)

De ochtend van vertrek verloopt altijd rommelig. De laatste spullen inpakken, bidons vullen, ontbijtspullen afwassen, nog even naar de WC, toch maar alvast insmeren met zonnebrandcrème, sleutel naar de buren, pff… Maar als we eenmaal op de fiets zitten, hebben we het vakantiegevoel meteen te pakken. Het is echt lente! Prachtig weer, lammetjes, grutto’s, kieviten en tureluurs. Vanuit Hoogland fietsen we door de Eempolder naar Eembrugge, waar we de Zuiderzeeroute oppikken. Met een zelfbedienings-pontje steken we hier over de Eem, leuk.

Via Huizen en het Gooimeer fietsen we naar werelderfgoed Naarden Vesting en dan door naar Muiden. Het water aan onze rechterhand heet nu het IJmeer. Bij Diemen rijden we over de Nesciobrug: een prachtige fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal. Het is met zijn 780 meter de langste fietsbrug van Nederland, genoemd naar de schrijver Nescio, die begin 20e eeuw regelmatig schreef over zijn wandelingen over de Diemerzeedijk. Onderweg zoeken we met de GPS een paar geocaches.

We passeren Amsterdam aan de oostkant. Het is hier wat drukker, maar nog prima te doen. En dan zijn we opeens in het veenweidelandschap van Waterland. Einddoel vandaag is Durgerdam, een grappig dorpje aan de dijk, met de kenmerkende houten huizen die we de komende dagen nog vaker zullen zien. Durgerdam heeft zelfs een beschermd dorpsgezicht. De camping (Badhoeve) is nog zó leeg, dat we van de eigenaar een flinke korting krijgen. ’s Avonds kijken we nog een tijdje vogels op de dijk, mooi.

Japanners, souvenirshops en klederdracht 

26 april – van Durgerdam naar Edam (32 km)

Het is erg leuk fietsen hier. Het Waterland doet zijn naam eer aan: veel water. Je kunt hier mooi zien hoe hoog het water is. Of beter gezegd: hoe laag het land is. Leuke weggetjes, bloeiende bermbloemen, lammetjes op de dijk, en veel vogels: lepelaars, bergeenden, kluten en vooral veel grutto’s.

Marken werd in de 12e eeuw een eiland, nadat aan alle kanten het omringende veen was weggeslagen door de Zuiderzee. Sinds 1957 is Marken via een dijk verbonden met het vasteland, we kunnen we dus gewoon naar toe fietsen. We wandelen rondom het haventje en eten en drinken wat op een terrasje. Ondanks dat Marken een toeristische trekpleister is, is het er erg rustig.

Met de boot steken we over naar Volendam. Hier is het een stuk drukker. Viskramen, souvenirshops, Japanners, Amerikanen, in-kostuum-op-de-foto-shops; alles is aanwezig. Een paar kilometer verderop ligt Edam. Een mooi oud plaatsje, met middeleeuwse straatjes, grachten, ophaalbruggen en prachtige geveltjes. We kamperen op een SVR-campinkje aan de dijk. Bas en Daan zijn in hun nopjes met de trampoline en mogen kijken bij het melken van de koeien. 

Onder zeeniveau

27 april – van Edam naar Stavoren (44 km)

De jongens hebben weer veel zin in fietsen en we gaan in hoog tempo – en met de wind in de rug – langs de dijk. We fietsen hier beneden zeeniveau. Het poldertje Etersheim is het op een na laagste punt van Nederland: 6,20 meter beneden NAP. Het blijft bijzonder. We zijn al vlot in Hoorn. Een mooi stadje, waar we op het centrale plein (Rode Steen) een geocache zoeken – en vinden. De vroegere Zuiderzee heet hier Hoornsche Hop.

De route loopt over de Zuiderzeedijk naar Enkhuizen. De dijk wordt echter momenteel versterkt, waardoor we een andere route moeten nemen. En ook daar zijn weer werkzaamheden, en worden we opnieuw omgeleid. Jammer, over de dijk fietsen is toch het leukst. In de loop van de middag komen we aan in vestingstad Enkhuizen. Hoewel we het een mooi stadje vinden, gaan we direct naar de haven om met de boot van 16.30 uur over te steken naar Stavoren.

Kou, regen en tegenwind

28 april – van Stavoren naar Ossenzijl (51 km)

We doen vanochtend rustig aan. Daan is in de ban van de boten bij de camping en wil alles goed bekijken. Het lijkt hem wel wat om zelf zo’n boot te kopen. Nog even doorsparen knul! We fietsen in oostelijke richting langs het IJsselmeer, tegen de wind in, het ‘Roode Klif’ over.  We zien hier ondermeer rietzangers, maar ook watervogels zoals krakeenden, talingen en smienten.

En dan gaat het regenen. De pinksterbloemen, paardebloemen en fluitekruid staan er nat en treurig bij. We fietsen langs het Rijsterbos, Oudemirdum, Nijemirdfum. Gaasterland dus. We komen doorweekt en koud in Lemmer aan. In een cafeetje bij de haven drogen we weer een beetje op. Twijfel: blijven we hier of fietsen we toch verder? Toch maar verder, opnieuw de regen en kou in. We rijden nu weg van het IJsselmeer, het ‘binnenland’ in. Over een lange rechte weg (tegenwind!) naar Schoterzijl, dan via Slijkenburg naar Ossenzijl, aan de rand van Nationaal Park De Weerribben.

Op het SVR-campinkje is een soort fietsenschuur, met picknicktafel. Het ‘clubhuis’, volgens Daan. Precies wat we met dit natte weer nodig hebben! We hangen hier onze spullen te drogen, en koken en eten warm en droog.

Kapitein Daan

29 april – dagje NP De Weerribben (12 km)

Het Nationaal Park De Weerribben is zeer de moeite waard, dus we blijven hier een dagje. Bij het bezoekerscentrum huren we een fluisterbootje, en daarmee varen we een halve dag langs bloemrijke hooilandjes, moerasbos en rietkragen. Het Nationaal Park is het grootste aaneengesloten laagveenmoeras van Noordwest-Europa. Bas speurt naar vogels, Daan is kapitein van ons ‘schip’. <naschrift: sinds 2020 studeert Daan aan de zeevaartschool 🙂>. Veel vogels: ooievaars, verschillende eenden en weidevogels en we krijgen zelfs een koekoek te zien. Prachtig.

Na de boottocht doen Ruud en Daan ‘Zombie’s zoekpad’, een leerzame speurtocht in de buurt van het bezoekerscentrum. Bas en ik brengen een bezoekje aan de fietsenmaker. We hebben al en paar dagen problemen met de ketting van de aanhangfiets. 

H2 titel

30 april – van Ossenzijl naar Sint Jansklooster (27 km)

Koninginnedag. We fietsen vandaag maar 27 kilometer, naar St. Jansklooster. Een korte maar erg mooie tocht door de Weerribben. Via een smal paadje langs het water rijden we naar Kalenberg, een prachtig dorpje, waar de huizen alleen per fiets, lopend of met een boot bereikbaar zijn. We zien geregeld boten met bossen riet; in dit gebied wordt veel riet gewonnen om daken mee te bedekken.

Beulakerwiede
Via het buurtschap Nederland en de dorpen Baarlo, Blokzijl en Moespot komen we aan in St. Jansklooster. We kamperen op de SVR-camping naast bezoekerscentrum De Wieden. Het is een rommelige camping, maar wel erg mooi gelegen aan de Beulakerwiede. Veel water, moeras, riet, bloemen en vogels.

Drukke kloostermarkt
Vanmiddag fietsen we even het dorp in. Er is een Koninginnedag-Klooster-markt, waar het vreselijk druk is. Gelukkig kunnen we er wel lekker schepijs kopen. We blijven er niet lang en gaan snel door naar het bezoekerscentrum. Dit vinden we een stuk leuker. Het is maar klein, maar we kunnen er even lekker rondneuzen, foto’s bekijken en achtergrondinformatie over het gebied lezen. Via de vlonders langs het water wandelen we terug naar de camping. De jongens vermaken zich er goed op de trampoline.

Kamperen met de motorclub

1 mei – van Sint Jansklooster naar Hierden (68 + 14 km)

Prachtig zomers weer. Via de Kamperzeedijk fietsen we naar Kampen, 25 km verderop. Links is ‘oud’ land (polder Mastenbroek werd al in de 14e eeuw drooggelegd), rechts is ‘nieuw’ land. Het blijft fascinerend. In en rond Kampen ligt een aantal geocaches, dus we zijn wel even zoet met het zoeken. De jongens blijven het erg leuk vinden, dat geocachen!

Na Kampen rijden we in zuidwestelijke richting naar de randmeren. We fietsen vandaag hoofdzakelijk door landbouwgebied, het is dus wat ‘saaier’ dan de afgelopen dagen. In Elburg doen we boodschappen. Het is hier vreselijk druk, we zoeken snel de rust weer op. Pauzeren doen we bij de St. Ludgeruskerk, vlak buiten Ermelo. Het is geen echte kerk meer, alleen de fundamenten zijn nog zichtbaar.

Er ligt een heel aantal campings op korte afstand van elkaar, en we stoppen bij de laatste, in Hierden. Ai, dat is even schrikken. Niet één motor, niet twee, maar tientallen. Uiteraard met bijbehorende ‘bikers’. Nadat we ons ervan hebben verzekerd dat we hier niet met hardcore Hells Angels te maken, besluiten we toch onze tent op te zetten op de camping, die dit weekend meer lijkt op een festivalterrein. En weet je: motorrijders (in ieder geval deze Vulcan Riders) zijn gewoon heel aardige mensen. Het zijn net fietsers!

De mooie polder Arkenheem

2 mei – van Hierden naar Hoogland (40 km)

De laatste dag alweer, helaas. Hoewel Bas en Daan ook wel weer zin hebben om thuis te computeren. De omgeving van Hierden is bosrijk, de Veluwe komt hier heel dicht bij de Zuiderzee (die hier dan ook Veluwemeer heet). Na Harderwijk is de route ronduit saai. Hoewel we langs het water fietsen, loopt het fietspad direct naast de grote weg, kilometers lang. In de buurt van Nijkerk wordt het weer leuker. We rijden over de dijk langs het Nuldernauw en Nijkerkernauw, door de mooie polder Arkemheem.

Nog een laatste stop om naar de tureluurs te turen, en dan komen we weer in de echte bewoonde wereld. Via de Amersfoortse nieuwbouwwijk Vathorst fietsen we naar Hoogland.

Wat ons nog rest is een stapel wasgoed en (traditie na iedere vakantie) een bezoek aan het lokale pannenkoekenrestaurant. Het zit er weer op!

Gerelateerde Berichten