Groen, ruig en ongerept Slovenië

door Ruud

In augustus 2006 fietsten we in Slovenië: de Julische Alpen en het Karstgebied. Een prachtig groen land, soms ruig en ongerept, met een vriendelijke bevolking. Bas (9) ging het klimmen heel goed af. Daan (4) mocht voor het eerst op de aanhangfiets mee op vakantie, maar kon ook nog lekker uitrusten in de fietskar. De vakantie kende ook een minpuntje: de regen… Nog nooit hadden we zo vaak regen tijdens een fietsreis. Daardoor hebben we de route flink moeten inkorten. Maar Slovenië is een geweldig fietsland!

Op naar de ‘sunny side of the Alps’

28 juli – heenreis

De hittegolf die Nederland al weken bezig houdt, lijkt op z’n eind te lopen. Hopelijk blijft er nog wel wat mooi weer voor ons over. Maar dat zal best goed komen. Slovenië wordt ook wel ‘the sunny side of the Alps’ genoemd. We worden met de auto naar Düsseldorf gebracht. Bedankt paps! Hoewel het amper 200 kilometer is,  zouden we 4 treinen nodig hebben om hier te komen. Vanuit Düsseldorf vertrekt onze rechtstreekse trein naar Slovenië.

Het instappen gaat lekker vlot. Bas helpt al een aardig handje mee, en Daan hoeven we niet meer iedere seconde in de gaten te houden. Onze coupé is 3 treinstellen van het fietsrijtuig vandaan, dus het is nog even zeulen met de spullen. We hebben een heerlijk ruime coupé.

Als we allemaal slapen, arriveert onze coupé-genote. Het grote licht gaat aan, en met luide stem eist ze het juiste bed op. En dat terwijl wij juist – heel sociaal, dachten we – het ruimste onderbed voor haar vrij hadden gehouden. Maar nee, ze wil persé het (krappe) tussenbed, waarin Daan ligt te slapen. Binnen vijf minuten valt hij al uit zijn nieuwe bed – de onderbedden hebben geen rekjes. Dat gaat gepaard met veel kabaal en gehuil. Hopelijk voelt ze zich schuldig.

Een dikke stapel monopoly-geld

29 juli – aankomst in Lesce, op de fiets naar Bled (9km)

Onze coupé-genote maakt zich vanochtend direct uit de voeten, dus we hebben verder de coupé weer voor ons alleen. Rond het middaguur komen we aan op het station in Lesce in de Julische Alpen. We hebben een prima en ontspannen reis gehad.

We fietsen naar de camping in Bled, nog geen 10 kilometer verderop. We maken direct kennis met de bergen, het is flink werken. Onze eerste indruk is dat Slovenië wel wat op Oostenrijk lijkt. De beboste bergen, en de huizen met de bloembakken met geraniums aan de balkons. Mooi is het hier. We pinnen 100.000 tolars, een dikke stapel vrijwel waardeloos monopoly-geld. In 2007 gaat Slovenië over op de euro.

De middag brengen we door aan het beroemde meer van Bled. In het meer ligt een eilandje met een pelgrimskerk en aan de rand, op een klif, ligt een kasteel. Schilderachtig. Maar zoals vaak op mooie plaatsen: behoorlijk druk. Het is een van de meest toeristische plaatsen van het land.  Druk verkeer en een volle camping (heel veel Nederlanders). Op het strandje aan het meer is het echter rustig. Vanavond regen. 

Met de kabelbaan omhoog

30 juli – van Bles naar Bohinsjka Bistrica (42km)

Zo’n eerste ochtend is altijd even wennen met inpakken. Het is dan ook al een uur of 11 als we op de fiets zitten. We fietsen vandaag in zuidwestelijke richting naar het meer van Bohinj. Na 5 minuten fietsen heeft Daan al geen zin meer in de aanhangfiets en verhuist naar de fietskar. Daar valt hij als een blok in slaap. 

Met heerlijk fietsweer fietsen door een prachtige omgeving. Het is voortdurend klimmen en dalen, maar redelijk te doen. De weg langs het riviertje de Sava is vrij druk. In Bohinjska Bistrica zoeken we een plekje op de camping. Bas en Daan zijn helemaal blij met het keien-strandje aan het kleine riviertje. 

In de loop van de middag fietsen we naar het meer van Bohinj in het Triglav Nationaal Park. Het bijna 5 kilometer lange meer ligt op een hoogte van 520 meter, tussen hoge bergwanden met bossen en bergweiden. Het is hier wat ruiger dan bij Bled. Vanuit Ukanc, aan de westkant van het meer, gaan we met een kabelbaan omhoog naar Vogel, op 1535 meter hoogte. De jongens vinden het geweldig. We maken hier een mooie wandeling en hebben een prachtig uitzicht over het meer en de Julische Alpen. ’s Avonds eten we op het campingterras. Uit eten gaan is niet duur in Slovenië! 

12-20% stijgen, waarom doen we dit?

31 juli – van Bohinsjka Bistrica naar Volarje (45km)

Een autotrein brengt ons, en onze fietsen, in 10 minuten van Bohinjska Bistrica via een treintunnel naar Podbrdo. Fietsen kan natuurlijk ook, maar dan moeten we tot ruim 1200 meter klimmen. De deur is smal en bovendien een meter boven het perron. Hoewel we twee dagen geleden al ruim vijftien uur in de trein hebben gezeten, vinden Bas en Daan het toch weer een hele belevenis.

Vandaag willen we de Baca in westelijke richting volgen. Tot Hudajucna gaat het lekker vlot. Een groot hek op de weg belemmert de doorgang, we worden omgeleid via route die niet op onze kaart staat. Twee uur en slechts ruim twee kilometer later, laat de hoogtemeter zien dat we 260 meter zijn gestegen. Een gemiddeld stijgingspercentage van 12%, met stukken van ruim 20%. En dat op een zeer slecht gravelpad, bij ruim 30°. Dit is niet leuk. We lopen meer dan we fietsen, en je fiets met fietskar of aanhangfiets de berg opduwen is loodzwaar. Bas dreigt meermalen om in z’n eentje terug te gaan.

De prachtige afdaling – over glad asfalt – maakt gelukkig veel goed. Bij het gehuchtje Grahovo ob Baci komen we weer op onze oorspronkelijke route. We worden spontaan bij een familie uitgenodigd om in de schaduw uit te puffen en krijgen een grote zak met appeltjes uit eigen tuin mee. 

Het blijft flink klimmen en dalen. Het landschap is erg mooi, erg groen, soms heel ruig. Bij Most na Soci fietsen we het Soca-dal in, de regen- en onweerswolken tegemoet. We houden het niet droog, al snel barst het noodweer los en volledig doorweekt komen we aan op het kleine campinkje in Volarje. Hier is een grote overdekte ruimte, dus we kunnen droog koken en eten.

De azuurblauween kraakheldere Soca

1 augustus – Volarje

De hele ochtend blijven we twijfelen. Gaan we fietsen of niet? Wordt het droog of blijft het zo hard regenen? Uiteindelijk besluiten we vandaag hier te blijven. Prettig is hier de grote overdekte ruimte met picknicktafels. We hebben dus wat meer bewegingsruimte dan in ons tentje.

We spelen ontelbare potjes kaart en yahtzee en vermaken ons best goed. Aan het einde van de middag wordt het droog en gaat zelfs de zon uitbundig schijnen. Nu zien we dat het hier echt prachtig is. De camping ligt direct aan de azuurblauwe en kraakheldere Soca, in een smal dal, met beboste hellingen, steile rotswanden en grillige pieken. We zien zwarte wouwen en steenarenden. Wat een mooi plekje. We wandelen een stukje en Bas en Daan spelen nog een tijdje in het ijskoude rivierwater.

‘Mam, waarom ga je zo langzaam?’

2 augustus – van Volarje naar Bovec (33km)

Als we om 9 uur klaar staan om te vertrekken, barst het noodweer los. We stellen ons vertrek een paar uurtjes uit en stappen rond het middaguur uiteindelijk toch in regenpak op de fiets. Via een mooi en rustig weggetje rijden we via Kobarid verder omhoog het Soca-dal in. Eigenlijk willen we vandaag het einde van het dal bereiken, maar dat gaat niet lukken. Ondanks dat we langs de rivier fietsen, is het is veel klimmen. Dat is vooral met de fietskar – Daan zit met dit weer graag droog – behoorlijk zwaar. Bas gaat het gelukkig goed af. “Mam, waarom ga je zo langzaam?” Bedankt knul.

Slovenië is een overwegend katholiek land. En dat is goed zichtbaar. Veel mooie kerkjes, kleurige begraafplaatsen en overal langs de weg kleine kapelletjes, Maria-beelden en kruizen. In Srpenica pauzeren we bij een kerkje. Het is nu even droog en we maken warme chocomelk, dat gaat er wel in. We fietsen tot Bovec, op 460 meter hoogte. Het is een wat drukker plaatsje, het centrum van de buitensport in dit gebied. Vooral kanoën en raften zijn hier populair, we zien veel busjes met kano’s en rubberboten. ’s Avonds is het gelukkig weer droog en kunnen de jongens nog even voetballen en badmintonnen.

De camping staat onder water

3 augustus – Bocec

Slechts één zware regenbui vandaag. En die begint om 7 uur en duurt tot het einde van de middag… We komen de hele dag de tent niet uit. Dit wordt dus de tweede hele dag deze vakantie die we doorbrengen met lezen, kaarten en yahtzee’en. De jongens houden het verbazingwekkend goed uit in onze toch niet al te grote tent. Wat zijn we blij dat we net een nieuwe hebben… Bij de oude (ook een Birdland Multinova) waren de grondzeilen lek. Dat zou nu echt een probleem zijn geweest.

Om 5 uur begint de camping onder water te staan. Het water komt plotseling van alle kanten de tent inlopen. Onder de binnententen staat een dikke laag water en het tussenstuk staat blank. “Hé, dit voelt net als een waterbed!”, roept Bas verheugd. Het wordt ons nu letterlijk wat nat onder de voeten en we gaan op een holletje naar het restaurant naast de camping.

En dan stopt het met regenen. Van achter onze pizza’s zien we het zonnetje voorzichtig te voorschijn komen. De grote plassen zakken in snel tempo weg in de poreuze kalkstenen bodem. Na het eten kunnen we nog even lekker frisbee’en en badmintonnen. Eindelijk beweging.

Grillig, ruig en ongerept 

4 augustus – van Bovec naar Trenta (33km)

En weer regen. Als het rond het middaguur wat droger wordt, besluit Bas dat het de hoogste tijd is om weer te gaan fietsen. Hij heeft genoeg van het stilzitten. En wij ook. De route die we voor deze vakantie in gedachten hadden, zullen we niet meer helemaal kunnen fietsen. Door de regen hebben we al teveel tijd verloren. Toch besluiten we om nog niet naar het zuiden te gaan, maar verder het Soca-dal in te fietsen.

En dat blijkt een goede keuze. Het dal was al mooi, het laatste deel is helemaal prachtig. Even voorbij Bovec komen weer in het Triglav Nationaal Park (Triglavski Narodni Park). De Triglav (2864 m) is de hoogste berg van het land. Dit deel van de Alpen ziet er grillig, ruig en ongerept uit. Waterstromen en gletsjers hebben diepe dalen en kloven in het massief uitgesleten. We volgen een rustig weggetje langs de wild stromende Soca. Schitterend.

We zien in het Soca-dal opvallend veel oorlogsmonumenten, zoals gedenkstenen en militaire begraafplaatsen. Ze herinneren aan de zware strijd die de Slovenen (toen nog in de Habsburgse legers) hier in de eerste wereldoorlog leverden. Vooral aan het Soca-front (ook wel Isonzo-front) zijn bittere slagen geleverd. 

Daan fietst eindelijk weer eens wat stukjes op de aanhangfiets. Hij heeft deze vakantie duidelijk voorkeur voor de fietskar, waar hij vaak als een blok in slaap valt. Het Soca-dal eindigt aan de noordkant met de 1611 meter hoge Vršic-pas. Onze camping ligt voorbij het dorpje Trenta, net voor de tweede haarspeldbocht (het zijn 25 in totaal) naar de Vršic. Poe, we zijn blij dat we niet helemaal naar boven hoeven… Een klein, eenvoudig en rustig kampeerterreintje, prima. 

Gemzen en veel vogels

5 augustus – Trenta

We besluiten om hier een dag te blijven. De omgeving is perfect voor een mooie wandeling. Ruud en Bas gaan de hele dag samen op stap, de bergen in. Ze komen tot 1220 meter en zien ondermeer gemzen. Ik maak met Daan een korte wandeling, we volgen de Soca een stuk omhoog. Maar erg veel trek in wandelen heeft hij niet. Zin in de fietskar of aanhangfiets ook niet. Hij speelt liever op de camping. 

Veel vogels hier. Rotszwaluwen, goudhaantjes, puttertjes, zwarte roodstaarten, oeverlopers, alpenkraaien, zwarte wouwen en torenvalkjes. Erg leuk zijn de waterspreeuwen. Ze ‘spelen’ aan de waterkant en zwemmen stukjes onder water. Prachtig weer vandaag, alle natte spullen zijn gelukkig weer droog. 

Allemaal-stemmen-en-inhaken

6 augustus – van Trenta naar Volarje (55km)

Vandaag fietsen we in zuidelijke richting, weer terug langs de Soca. Hoewel we deze weg een paar dagen geleden ook al fietsten, is het nu een heel andere beleving. Natuurlijk al omdat we deze keer ruim 500 hoogtemeters afdalen in plaats van stijgen. Maar ook vanwege het mooie weer, de vele motoren op de weg (het is zondag) en vooral door het andere uitzicht. Voorbij Bovec wordt het dal breder en hebben we zicht op wat lagere, volledige beboste bergen. We gaan duidelijk langzaam de Alpen uit. Hier zijn ook alpenweitjes, boerderijtjes en (zeer) kleinschalige landbouw, met wat maïs en bonen en zo nu een dan een verdwaalde koe. Ook de nodige fruitbouw hier.

Op een terrasje in Bovec ervaren we weer de populariteit van traditionele muziek. We horen het hier vaker: van die allemaal-stemmen-en-inhaken-muziek met accordeon en soms een soort gejodel. In Kobarid eten we een broodje en bekijken het kerkje. Bas en Daan vinden dit altijd weer boeiend. Bas gruwelt van de afbeeldingen van de kruiziging van Jezus. Wat moet dat pijn hebben gedaan!

Ondanks dat we veel afdalen, zijn er ook vandaag venijnige klimmen. Daan fietst vrijwel de hele dag op de aanhangfiets. En dat gaat best goed. Het schakelen is echter nog wat te zwaar voor hem, dat moet Ruud voor hem doen. Want ook op de aanhangfiets zijn versnellingen toch erg prettig.

Op het campinkje in Volarje, waar we vorige week ook al waren, worden we door de zeer gastvrije eigenaar als helden ontvangen. En om eerlijk te zijn: we voelen ons ook best trots dat we al die meters die we vandaag zijn afgedaald, ook omhoog hebben gebikkeld…

Kozolecs in allerlei variaties

7 augustus – van Volarje naar Cerkno (46km)

Via een rustig landweggetje fietsen we via Tolmin naar Most na Soci. Vanaf hier gaan we een ander dal in en volgen het riviertje de Idrica, in zuidoostelijke richting. We kiezen voor de doorgaande weg, de kleine wegen (witte wegen op onze kaart) zijn voor ons vaak te steil (14 – 18%). Maar de drukte valt reuze mee, het is een prima weg om te fietsen.

Het landschap verandert. De bergen worden lager en minder steil. Wat blijft zijn de kenmerkende hooirekken. Een kozolec, heet zo’n rek op z’n Sloveens. Ze dienen om gemaaid gras sneller in de vaak vochtige berglucht te laten drogen. Ze zijn er in allerlei variaties: enkele en dubbele, met aflopende dakjes of een groot schuin dak, soms met een zoldertje of allerlei versieringen. Ze schijnen te zijn uitgegroeid tot symbool van het Sloveense volk. Ook mooi zijn de bontgekleurde bijenkasten die je hier veel ziet.

Het is heerlijk fietsen vandaag. Prachtig weer, mooie omgeving, dit is zoals een vakantie hoort te zijn! In dit gebied zijn maar weinig campings. We kamperen daarom op een veldje bij een tourist farm (soort pensionnetje) in de buurt van Cerkno. Een geweldig plekje, super rustig en een prachtig uitzicht. En, tot grote verrassing van Bas en Daan, met speeltuintje en zwembad!

Met helm en mijnwerkersjas de schacht in

8 augustus – bezoek Idrija (45km)

We naar Idrija te gaan, zo’n 15 km verderop. Idrija ontleent zijn faam aan het feit dat het Sloveniës oudste mijnstad is. Daardoor is het eeuwenlang een van de welvarendste plaatsen van het land geweest. Onder het kleine stadje is maar liefst 700 km (geen typfout!) aan mijngangen gegraven, tot een diepte van ruim 400 meter. Daarmee was het de op een na grootste kwikmijn ter wereld. Pas 4 jaar geleden werd de mijn definitief gesloten. Een klein deel, onder de Antoniusschacht, is opengesteld. Met mijnwerkersjas aan en helm op worden we rondgeleid. Heel interessant! De treintjes, de machines, het gereedschap, het materiaal, de kleding… Bas vindt het zelfs een van de allerleukste dingen van de vakantie.

Een leuk wit weggetje op de kaart lonkt; dat is vast een mooie route terug naar Cerkno. Maar niet voor ons. Al snel maakt het asfalt plaats voor grind, en gaat de weg veel te steil omhoog. Bas wordt er boos van. “Volgend jaar wil ik weer gewoon in Nederland op vakantie!” Het is duidelijk, we gaan weer gewoon naar de doorgaande weg. “Gelukkig, nu dalen we tenminste weer”, verzucht Bas even later. En dat terwijl we toch echt een paar procent stijgen…

‘Blijf nog maar even!’

9 augustus – van Cerkno naar Postojna (65km)

Vanochtend wat regen, maar al snel is het prachtig weer. We fietsen vandaag verder naar het zuiden. Na Idrija is het flink klimmen. Van 300 m stijgen we via een serie haarspeldbochten snel naar 600 m. Dat is hard werken. In Godovic tracteren we ons zelf dan ook op een lekker ijsje.

Het landschap verandert. We hebben de Alpen achter ons gelaten en fietsen nu in het Karstgebied, vooral bekend vanwege de vele grotten. De bergen hebben plaats gemaakt voor flinke heuvels. Het is hier veel opener, weidser, maar nog steeds groen en bosrijk. Erg mooi. De rest van de dag fietsen we steeds zo tussen 450 en 600 meter hoogte. Het gaat lekker, ook Bas en Daan genieten van het landschap en van het fietsen.

Bij Platina begint het plotseling hard te regenen. We worden gewenkt om te komen schuilen. Even later zitten we binnen aan de hete thee met koekjes. We blijken te zijn beland in een soort vakantiehuis van de kerk, dat deze week wordt gehuurd door een grote familie uit Ljubljana. Weer tien minuten later zitten we bij hun Heilige Mis (“Die regen gaat nog wel even duren, dus blijf nog maar even!”). Wat een gastvrijheid en wat een ontzettend leuke ervaring om dit mee te maken. We vinden het bijna jammer dat het na afloop van de mis droog blijkt te zijn.

Op de camping in Postojna is het druk en vol. Geen meter vlak hier, het is een hele klus om een redelijk plekje te vinden voor de tent.

Roverskasteel bij de rotsen

10 augustus – dagtocht Predjama (22km)

Vanochtend gaan we twee grotten in: Pivka Jama en Crna Jama. De ingang van deze grotten ligt op de camping. Het is prachtig. Het grottenstelsel van Postojna bestaat uit 5 grotten met een totale lengte van ruim 20 kilometer. Bas en Daan, die nog nooit in een grot zijn geweest, kijken hun ogen uit.

Na een broodje stappen we op de fiets voor een tochtje naar Predjamski Grad, het beroemde kasteel van Predjama. Het roverskasteel is tegen een 120 meter hoge rotswand ‘aangeplakt’ en maakt gebruik van de grotten in deze rostwand. Al in de 5e eeuw werd gestart met de bouw en dit ging door tot in de 15e eeuw. Vooral de gevangenis en de martelkamer spreken tot de verbeelding van Bas en Daan. Een leuk uitje.

Op de camping willen we nog even zwemmen. Helaas. De eigenaar vindt het te koud en het hek blijft dicht. Nou ja zeg, staan we nota bene met onze tent pal naast het zwembad, mogen we er niet in…

Prachtig en indrukwekkend

11 augustus – de grotten van Postojna (10km)

Regen, we hangen de hele ochtend wat in de tent. De boeken zijn inmiddels uit. Gelukkig krijgen Bas en Daan kunnen niet genoeg krijgen van kaarten en yatzhee.

Rond het middaguur wordt het droog en stappen we op de fiets naar de grotten van Postojana. Waarschijnlijk is dit de meest toeristische plek van het land. Een gigantische parkeerplaats bomvol auto’s en touringcars. Met vele honderden toeristen word je hier rondgeleid. Maar… met recht! Het is prachtig en indrukwekkend. Beschrijven kunnen we het eigenlijk niet, je moet het gewoon gezien hebben. Als we buiten komen, regent het weer en is het koud. We beginnen zo langzaam toch te balen van het weer!

Warme chocomelk, pannenkoeken en ijs

12 augustus – Postojna

Onze laatste dag in Slovenië. En die is nat en koud. Onze voorgenomen fietstocht naar Cerknica (met het meer dat zo nu en dan verdwijnt) zit er daarom niet in. We bellen even naar Nederland en horen dat de weersvoorspellingen voor Nederland en Duitsland slecht zijn, heel erg slecht. En we hadden ons voorgenomen om vanuit Duitsland in een week terug naar huis te fietsen… Dat gaat ‘m dus niet worden. 

We pakken alles in en verkassen naar het campingrestaurant. Voor nog meer potjes kaart en yatzhee, warme chocomelk, pannekoeken en ijs. Als het in de loop van de middag droog wordt, fietsen we naar Postojna. Postojna is een wat troosteloze en vervallen stad, dat verbaast ons eigenlijk. We nemen alvast polshoogte op het station en doen nog wat boodschappen.

De laatste uurtjes brengen we door in een pizzeria. Als we om 19 uur op het station zijn, stormt het en het is 10 graden. Tijd om naar huis te gaan… 

Met de fietskar op de roltrap

13 augustus – terugreis

De treinreis gaat voorspoedig. Rond 11 uur komen we in Düsseldorf aan. Nu de echte uitdaging: met 4 verschillende treinen weer naar Amersfoort.

Maar het valt reuze mee. Natuurlijk, het is vervelend dat de liften in Düsseldorf niet werken en we over de gewone trap moeten. Maar we worden er steeds handiger in. Zo blijk je met fiets en fietskar prima (en razendsnel) via de roltrap naar boven en beneden te kunnen.

Na een reis van 22 uur komen we aan het einde van de middag thuis aan. Het zit er weer op. Jammer van de regen, maar het was toch weer een geslaagde vakantie!

Gerelateerde Berichten